Onder de regering van huidig president Porfirio Lobo werden tien journalisten vermoord, ongeveer 50 holebi's werden het slachtoffers van gewelddaden, en meer dan 30 boeren verloren het leven. Vooral in de regio Bajo Aguan woedt een hevige strijd om land tegen grootgrondbezitter Miguel Facusse, een van de putschisten van juni 2009. Maar ook het sociale verzet neemt toe.
Sociale protesten
Sinds twee weken komen de onderwijsvakbonden massaal op straat tegen de privatiseringsplannen van de regering-Lobo en om hogere lonen te eisen en een einde aan de stijging van de brandstofprijzen.
De politie en de staatsveiligheid gebruiken steeds meer repressieve technieken om het sociaal protest te breken. Zo werden bijvoorbeeld de transportmiddelen van de onderwijsvakbond in beslag genomen, wat hun mobilisatiekracht verminderde.
Leraars werden op een willekeurige manier ontslagen. In ijltempo keurde de regering noodwetten goed die het recht op betogen en staken moeten inperken. Colleges en scholen in Tegucigalpa worden onophoudelijk bestookt met traangasbommen.
De onafhankelijke media worden in hun werk belemmerd. Kanaal 36 werd - net zoals tijdens de staatsgreep van Micheletti - opnieuw het mikpunt van aanvallen van de oproerpolitie. Verschillende journalisten moesten na afloop van hun verslaggeving over de lerarenstaking worden opgenomen in ziekenhuizen met verwondingen die ze opliepen door de repressieve aanpak door de politie.
Op 18 maart verloor Ilse Ivania Velásquez Rodríguez het leven. Zij werd geraakt door een traangasbom, viel flauw en werd overreden door een auto die uit het tumult trachtte weg te geraken. Ivania was de zuster van Manfredo Velásquez, één van de studentenleiders die in de jaren tachtig werd opgepakt en verdween. Zijn zaak werd aanhangig gemaakt door mensenrechtenorganisatie Cofadeh bij CIDH, de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten. De Hondurese overheid werd eind jaren negentig verantwoordelijk gesteld en veroordeeld voor zijn gedwongen verdwijning.
COFADEH in de bres voor mensenrechten
Bertha Oliva, coördinatrice van Cofadeh, werd vorige week in Washington uitgenodigd om voor CIDH te komen getuigen over de huidige mensenrechtensituatie in Honduras. Tijdens de hoorzitting zei Oliva dat politieagenten en militairen het werk van mensenrechtenverdedigers op alle mogelijke manieren belemmeren. Ze sprak ook over de constante bedreigingen die ze op verschillende manieren ontvangen.
Eén voorbeeld: de vroegere commissaris voor de Mensenrechten, Leo Valladares, moest noodgedwongen het land verlaten nadat hij en zijn familie maanden werden gevolgd en bespied door personen die rondreden in een geblindeerde wagen. De politie heeft nooit iets ondernomen.
Bertha Oliva besloot haar getuigenis met nogmaals aan te tonen dat de Hondurese bevolking zich ook nu nog in een absolute staat van gebrek aan bescherming bevindt. Straffeloosheid is het belangrijkste wapen van de staat. CIDH maakte zelf duidelijk niet opgezet te zijn met de zwakke verdediging van de Hondurese overheid tegenover deze gedocumenteerde klachten van de mensenrechtenbeweging. Ze wees op de vele contradicties die de overheid naar voren schuift.
Na terugkeer uit Washington verklaarde Bertha Oliva tijdens een persconferentie: "Una vez más quedó al descubierto la complicidad de las instituciones con los delitos que se han venido cometiendo a partir del golpe de Estado y el recrudecimiento de las violaciones a los derechos Humanos".
In de volgende maanden zal CIDH een uitspraak doen over de besproken thema's tijdens de hoorzitting. Een belangrijke zaak betreft het willekeurige ontslag van verschillende onafhankelijke rechters die hadden verklaard dat wat er in Honduras is gebeurd in juni 2009 wel degelijk een staatsgreep was.
Algemene vergadering van het volksverzet FNRP en de rol van de vakbonden
Vorming en mobilisatie blijven de belangrijkste doelstellingen van het verzet. Het volksverzet analyseerde tijdens haar algemene vergadering van 26 en 27 februari de voorwaarden om eventueel aan verkiezingen deel te nemen. Die blijken niet te zijn vervuld. Prioritair blijft de ontmanteling van de oligarchie en het samenbrengen van alle krachten die nodig zijn om een grondwetgevende vergadering (asamblea consitutyente) te organiseren.
Dit zijn de voorwaarden waaraan volgens het FNRP moet worden voldaan:
1. de veilige en onvoorwaardelijke terugkeer van de algemene coördinator van het FNRP, Manuel Zelaya, en honderden andere politieke bannelingen;
2. een hervorming van de kieswet;
3. een hervorming van het hooggerechtshof dat verantwoordelijk draagt bij de organisatie van de verkiezingen (Tribunal Suprema Electoral);
4. een nationale en internationale erkenning van het FNRP als politieke macht;
5. het FNRP wil haar meer dan 25.000 lokale structuren beter organiseren. Dat vraagt meer politieke training. Een operationeel politiek orgaan is nodig om een tegengewicht te vormen tegenover de perfect afgestemde machinerie van rechts.
Volgens een internationale waarnemer van de PSOL (Brazilië) kon de algemene vergadering van het FNRP van eind februari omschreven worden als de eerste in haar soort. In de geschiedenis van de sociale bewegingen heeft ze een belangrijke weerklank in heel Latijns-Amerika. Dit niet alleen vanwege haar representativiteit -meer dan 1.500 afgevaardigden vanuit 18 departementen namen er aan deel - of vanwege haar democratische interne besluitvorming, maar vooral vanwege de massale mobilisatie van haar leden.
Ook de Hondurese vakbonden gebruiken hun internationale contacten om de solidariteit levend te houden en uit te bouwen. Zo bezoekt Carlos H. Reyes, secretaris van Stibys, Genève. Hij werd uitgenodigd door de UITA (Wereldvakverbond voor de voedselindustrie) om een stand van zaken te geven.
Op 29 maart had hij contact met de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN. Bij de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) ging hij langs om er het laatste rapport voor te stellen over schendingen van arbeids- en mensenrechten in Honduras.
Poging om onderwijsverzet te breken
In een poging om het verzet van de onderwijsvakbond te breken, heeft de Hondurese regering een decreet uitgevaardigd dat bepaalt dat leerkrachten die op 28 maart niet komen opdagen om les te geven twee maanden loonverlies zullen leiden. Wie niet komt op woensdag 30 maart, de dag van de nationale burgerstaking van het FNRP, zal 6 maanden loonverlies lijden en wie geen lesgeeft op maandag 4 april verliest gewoonweg zijn job. De nationale burgerstaking van 30 maart was bedoeld als een voorloper voor de algemene staking.
Het Parlacen (Centraal-Amerikaans Parlement) zou deze week Porfirio Lobo huldigen voor zijn 'verzoenende rol' die hij speelde in Honduras. Vanwege de repressie tegenover het sociale protest is daar voorlopig van afgezien. Een volgende plenaire vergadering zal de motie echter opnieuw behandelen met als bedoeling de erkenning van het huidige regime in Honduras.
In de maand juni vindt ook de Algemene Vergadering van de Organisatie van Amerikaanse Staten plaats in San Salvador. Daar zal worden geprobeerd om Honduras weer te laten opnemen in de organisatie. Daartoe is al een lobbycampagne opgestart door rechts. Aan de linkerzijde blijft Unasur nog steeds gekant tegen een eventuele heropname van Honduras.
Het FNRP heeft een grote informatiecampagne opgezet om de mensen te informeren wat er allemaal op het spel staat, ook op internationaal vlak. Het FNRP zal Honduras vertegenwoordigen op het volgende Wereld Sociaal Forum in São Paolo. Ook de internationale vakbondssolidariteit kan wereldwijd het verschil maken door Hondurese basisorganisaties te blijven ondersteunen en ruchtbaarheid te geven aan de acties van de onderwijsvakbonden.
Ellen Verryt
Ellen Verryt is regionaal verantwoordelijke voor Latijns-Amerika bij de NGO Wereldsolidariteit.
lundi 4 avril 2011
Inscription à :
Articles (Atom)